Op 18 februari 2014 heeft de Tweede Kamer het Wetsvoorstel Werk en Zekerheid aangenomen. Dat betekent dat er weer een belangrijke stap is gezet op weg naar een aantal ingrijpende wijzigingen in (i) het ontslagrecht; (ii) de regeling rond contracten voor bepaalde tijd; en (iii) de sociale zekerheid. Het Wetsvoorstel kan nu naar de Eerste Kamer.
Hoewel het Wetsvoorstel in de Tweede Kamer niet de inhoudelijke aandacht heeft gekregen die het verdient, is er toch een aanzienlijk aantal belangrijke amendementen toegevoegd. De belangrijkste daarvan zijn toch wel dat:
- de beoogde wijzigingen van de ketenbepalingen (contracten voor bepaalde tijd) toch gelijktijdig met de wijziging van het ontslagrecht zullen worden ingevoerd: op 1 juli 2015 dus, in plaats van 1 juli 2014. Deze wijzigingen zullen voorts na 3 jaar worden geëvalueerd;
- kleine MKB-werkgevers (minder dan 25 werknemers) tot 1 januari 2020 dienstjaren gelegen voor 1 mei 2013 buiten beschouwing mogen laten voor de berekening van de transitievergoeding, ingeval het ontslag is ingegeven door de slechte financiële situatie waarin de werkgever verkeert.
Met andere woorden, de wijzigingen in de regelgeving rond het maximaal aantal contracten voor bepaalde tijd en maximale duur daarvan, door de Minister voorzien voor 1 juli 2014, hoeven niet voor 1 juli 2015 te worden verwacht. Dat geeft werkgevers en sociale partners niet alleen de gelegenheid zich beter voor te bereiden op wat komen gaat, het geeft de Eerste Kamer ook meer tijd om het Wetsvoorstel nog eens goed onder de loep te nemen.
Let op: de andere voorgenomen wijzigingen voor bepaalde tijd contracten: geen proeftijd meer; geen concurrentiebeding meer; en de verplichting om tevoren aan te zeggen wanneer niet wordt verlengd; lijken niet te zijn uitgesteld. Deze wijzigingen zullen dus mogelijk alsnog per 1 juli a.s. van kracht worden. Zodra daarover meer duidelijkheid ontstaat zullen wij u natuurlijk nader berichten!