Onlangs heeft staatssecretaris Wiebes het tweede voortgangsrapport over de Wet DBA naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze rapportage ging vergezeld van het eindrapport van de speciaal ingestelde Commissie beoordeling modelovereenkomsten Wet DBA (de Commissie Boot). In zijn brief aan de Kamer kondigt de staatssecretaris een aantal maatregelen aan, waaronder uitstel van handhaving van de nieuwe wet tot 1 januari 2018. Hiervoor was deze datum gesteld op 1 mei 2017.
Wij informeerden u eerder al over de systematiek van de Wet DBA en het eerste voortgangsrapport. In dit nieuwsbericht een overzicht van de belangrijkste punten uit het tweede voorgangsrapport:
- Wiebes is tot de conclusie gekomen dat opdrachtgevers huiverig zijn om zzp’ers in te huren en zzp’ers zijn bang om hun opdrachten kwijt te raken. De maatregelen die Wiebes treft zouden ertoe moeten bijdragen dat de onrust wordt weggenomen.
- Handhaving van de nieuwe regels wordt uitgesteld tot 1 januari 2018. Echter, voor de groep evident kwaadwillenden zal de Belastingdienst wel al met ingang van 1 mei 2017 starten met een handhavingsbeleid.
- Als de Belastingdienst bij anderen dan evident kwaadwillenden een met de wet strijdige situatie aantreft, krijgen partijen zonder boete of naheffing de gelegenheid hun werkwijze of overeenkomst aan te passen. Of dit ook de werkwijze van de Belastingdienst wordt ná 1 januari 2018, is niet geheel duidelijk.
- De algemene (voorbeeld)overeenkomsten die worden aangeboden op de website van de Belastingdienst zullen worden voorzien van een bijsluiter om duidelijk te maken in welke gevallen ze kunnen worden toegepast.
- Er zal meer duidelijkheid worden gecreëerd over de vraag wanneer het gebruik van een (model)overeenkomst echt nodig is, maar vooral: wanneer dat niet nodig is.
- Er bestaat momenteel veel onzekerheid binnen de ‘bovenkant’ van de arbeidsmarkt. Denk aan de zelfstandige professional die wordt ingehuurd voor een specifiek project. Met name het criterium ‘gezagsverhouding’ leidt daar tot veel onduidelijkheid. Wiebes heeft toegezegd dat wordt onderzocht hoe dit criterium het beste kan aansluiten bij het huidige maatschappelijke beeld van de arbeidsverhouding en tot die tijd is er geen handhaving op deze groep.
Tot zover de aangekondigde maatregelen. In het derde voortgangsrapport, dat gepland staat voor april 2017, zal het effect van deze maatregelen worden geëvalueerd. Voor nu is, door het uitstel van de handhaving, in ieder geval de druk weer even van de ketel.
Wij blijven u op de hoogte houden.