Op 10 oktober 2017 werd het Regeerakkoord Rutte III gepresenteerd. Wij hebben u toen geïnformeerd over de belangrijkste daarin opgenomen wijzigingen op het gebied van de arbeidsovereenkomst. Inmiddels zijn we driekwart jaar verder. Hoe staat het er nu voor?
Wijzigingen in het arbeidsrecht
De Wet Werk en Zekerheid bracht, alweer enkele jaren geleden (2015), een hoop wijzigingen in het arbeidsrecht met zich mee. Onder andere ten aanzien van het ontslagrecht en flexibele arbeid. Het nieuwe arbeidsrecht werkte volgens de regering echter niet naar volle tevredenheid. Waar de WWZ bijvoorbeeld beoogde om ontslag makkelijker te maken, bleek het in de praktijk lastiger geworden te zijn. Vaste dienstverbanden werden vaster, flexibele dienstverbanden flexibeler. Het was dan ook geen verrassing dat er in het Regeerakkoord Rutte III aandacht werd besteed aan het arbeidsrecht. In dat kader is inmiddels het wetsvoorstel Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) verschenen.
WAB
De WAB voorziet onder andere in wijzigingen ten aanzien van flexibele arbeid en het ontslagrecht.
Zo wordt de ketenbepaling weer verruimd. Nu mogen er maximaal drie opeenvolgende overeenkomsten, in een periode van twee jaar worden overeengekomen. Dat wordt weer maximaal drie opvolgende contracten in drie jaar, zoals vóór de WWZ dus.
Een andere wijziging is de cumulatiegrond in het ontslagrecht. Nu moet elke afzonderlijke ontslaggrond volledig onderbouwd kunnen worden. De wetgever wil nu dat, indien één grond (zoals disfunctioneren) niet volledig kan worden aangetoond en onderbouwd, deze grond aangevuld kan worden met een andere grond (bijvoorbeeld een verstoorde arbeidsverhouding) die ook niet volledig aangetoond en onderbouwd kan worden. Zo zou een werkgever gemakkelijker tot een ontslag moeten kunnen komen. Daar staat dan echter wel tegenover dat de rechter, bij gebruik van de combinatiegrond, een hogere vergoeding zou mogen toekennen.
Ook de proeftijd wordt in het wetsvoorstel verruimd. In het geval van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, zou er een proeftijd van maar liefst 5 maanden overeengekomen kunnen worden.
Tot slot bevat het wetsvoorstel een aantal wijzigingen ten aanzien van de transitievergoeding. Zo gaat het recht op de transitievergoeding direct gelden en dus niet pas na twee jaar vanaf indiensttreding; zal voortaan de duur van het dienstverband per dag worden berekend in plaats van per half jaar; en zal de snellere opbouw na 10 jaar dienstverband komen te vervallen. Ook een wijziging die al langer op de plank ligt maakt deel uit van de WAB. Werkgevers worden gecompenseerd voor de kosten van de transitievergoeding indien het een werknemer betreft van wie de arbeidsovereenkomst na (en vanwege) 2 jaar ziekte is geëindigd. Deze compensatieregeling zou ook gaan gelden voor kleine werkgevers bij ontslag wegens ziekte of pensionering van de eigenaar. Let op: het gaat hier om een compensatieregeling met terugwerkende kracht tot 2015. Om hier op een later moment nog aanspraak op te kunnen maken, is het wel van belang om documenten die hiermee samenhangen goed te bewaren. Denk daarbij aan een salarisstrook en een beëindigingsovereenkomst (waarin ook verwezen wordt naar de 2 jaar ziekte!).
Stand van zaken
Het wetsvoorstel heeft intussen een maand ter internetconsultatie gelegen. Dat betekent dat het voorstel op internet was geplaatst om in te zien en om commentaar te geven. Nu is het plan, dat het wetsvoorstel nog voor de zomer naar de Raad van State wordt gestuurd, en daarna naar de Tweede Kamer. Het zal echter nog wel even duren voordat de WAB in werking treedt. Wij houden de ontwikkelingen natuurlijk nauwlettend in de gaten en houden u op de hoogte van de vorderingen.