Arbeidsrecht

Let op: de modelovereenkomst “vrije vervanging” kan met ingang van 1 januari 2024 door de Belastingdienst worden gekwalificeerd als arbeidsovereenkomst!

Het is niet altijd duidelijk of in een werkrelatie sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet. Van het antwoord op die vraag hangt echter veel af, bijvoorbeeld of loonbelasting moet worden ingehouden en sociale premies moeten worden afgedragen. De Belastingdienst biedt op haar website verschillende modelovereenkomsten aan, die gebruikt kunnen worden bij het aangaan van arbeidsrelaties waarbij geensprake is van een arbeidsovereenkomst. Als een modelovereenkomst wordt gebruikt (en partijen zich ook echt zo gedragen) kunnen partijen er in beginsel op vertrouwen dat de Belastingdienst de overeenkomst niet kwalificeert als een arbeidsovereenkomst.

Eén van de modelovereenkomsten, namelijk de modelovereenkomst “vrije vervanging”, is met ingang van 1 januari 2024 komen te vervallen. Dit is het gevolg van het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad. In dit arrest heeft de Hoge Raad namelijk overwogen dat ook als een werknemer zich kan laten vervangen, sprake kan zijn van werken in dienstbetrekking (arbeidsovereenkomst).

Vanwege het vervallen van de modelovereenkomst “vrije vervanging”, heeft de Belastingdienst geadviseerd om voor 1 januari 2024 elke arbeidsrelatie die is vastgelegd in de modelovereenkomst “vrije vervanging” opnieuw te beoordelen (is sprake van een opdracht- of arbeidsovereenkomst?) en de overeenkomst zo nodig aan te passen.

Als na 1 januari 2024 nog (steeds) gebruik wordt gemaakt van de modelovereenkomst “vrije vervanging”, dan kan de Belastingdienst zich op het standpunt stellen dat de overeenkomst (gedeeltelijk) kwalificeert als een arbeidsovereenkomst. In dat geval zal de Belastingdienst een aanwijzing geven om de arbeidsrelatie aan te passen, waarvoor meestal drie maanden de tijd wordt gegeven. Als de aanwijzing niet of onvoldoende is opgevolgd, kan de Belastingdienst correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen opleggen. Tot 1 januari 2025 geldt echter een “moratorium” waardoor de Belastingdienst nauwelijks handhaaft, tenzij sprake is van “kwaadwillendheid”. Daar is sprake van als overduidelijk sprake is van een dienstverband.

Bij dit alles is tot slot van belang dat een oordeel van de Belastingdienst een fiscale beoordeling betreft. In een recente uitspraak van Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden is nog eens bevestigd deze fiscale beoordeling nog niet betekent dat de overeenkomst ook civielrechtelijk kwalificeert als arbeidsovereenkomst. De “werker” kan dus op basis van een dergelijk oordeel van de Belastingdienst niet zonder meer aanspraak maken op werknemersrechten (zoals ontslagbescherming en -vergoedingen, loondoorbetaling bij ziekte, vakantie, pensioen, etc.). Daar is een uitspraak van de civiele rechter voor nodig; de civiele rechter zal het oordeel van de Belastingdienst echter wel als omstandigheid in de beoordeling meenemen.

Mocht u gebruik maken van (een) modelovereenkomst(en) “vrije vervanging”, dan is het dus zaak opnieuw te beoordelen of sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet. Indien de rechtsverhouding dat toelaat, verdient het gebruik van de modelovereenkomst “geen werkgeversgezag” de voorkeur.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Ron Andriessenmr. Francis ten Broeke of mr. Liza Krijgsheld van de sectie Arbeidsrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: