Verhuurders hebben een nieuw middel in handen gekregen in de strijd tegen verboden onderverhuur. In een tweetal recente uitspraken heeft de rechter beslist dat een huurder die het gehuurde in strijd met de huurovereenkomst onderverhuurde aan een derde, de winst die daarmee behaald werd diende af te dragen aan de hoofdverhuurder. Indien de onderhuur al enige tijd voortduurt dan kan de winst die afgedragen moet worden gemakkelijk oplopen tot enkele tienduizenden euro’s. Voorwaarde voor het laten slagen van een dergelijke vordering is wel dat de huurovereenkomst het uitdrukkelijk verbiedt om tot onderverhuur over te gaan.
Heeft u vragen over bovenstaand artikel, neem dan contact op met mr. Tim Boer, mr. Stephan Kloosterman, mr. Stefan Pentinga, mr. Nathalie Berenschot of mr. Siegrid Reitsma van de sectie Vastgoed.