In onze voorgaande nieuwsbrieven behandelden wij de eerste twee delen van onze drieluik bestuurdersaansprakelijkheid. In dit artikel behandelen wij de aansprakelijkheid van commissarissen.
Dat bestuurders dienen te waken voor persoonlijke aansprakelijkheid, is over het algemeen wel bekend. Dat commissarissen ook persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gehouden voor hun handelen of nalaten, realiseert men zich echter niet altijd. Uit de wet en jurisprudentie volgen diverse gronden voor persoonlijke aansprakelijkheid van commissarissen. Enkele daarvan worden hierna uiteengezet.
– Onbehoorlijke taakvervulling
De Raad van Commissarissen heeft tot taak (1) toezicht te houden op het beleid van het bestuur, de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden onderneming en (2) het bestuur met raad terzijde te staan. Bij de vervulling van hun taak, dienen commissarissen het belang van de vennootschap voorop te stellen. Iedere commissaris is tegenover de vennootschap gehouden tot een behoorlijke vervulling van de haar opgedragen taak. Schiet een commissaris in zijn/haar taak tekort, dan kan dit tot persoonlijke (interne) aansprakelijkheid jegens de vennootschap leiden. Slechts de vennootschap kan de commissaris dus op deze grond aansprakelijk houden. Nu de Raad van Commissarissen een algemene taakomschrijving kent, kan een onbehoorlijke taakvervulling allerlei vormen aannemen. Een aantal specifieke vormen van onbehoorlijk toezicht, waaronder de twee hiernavolgende, zijn uitdrukkelijk in de wet opgenomen.
– Onvoldoende toezicht op bestuur i.v.m. tijdig nakomen boekhoudplicht & publicatie jaarrekening
De Raad van Commissarissen dient er op toe te zien dat het bestuur haar verplichtingen ter zake de boekhouding en de publicatie van de jaarrekening nakomt. Indien een commissaris dit nalaat, kan hij/zij in geval van faillissement van de vennootschap door de curator persoonlijk aansprakelijkheid worden gesteld voor het tekort in de boedel wegens onvoldoende toezicht op het bestuur voor wat betreft de (tijdige) nakoming van de verplichtingen ter zake de boekhouding en de publicatie van de jaarrekening. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat commissarissen niet zelf zijn gehouden de boekhoud- en publicatieverplichtingen na te leven – ook niet als het bestuur in de nakoming daarvan tekortschiet – maar dat het wel hun taak is op de nakoming door het bestuur van die verplichtingen toezicht te houden. Daartoe zullen zij zich door het bestuur moeten laten inlichten en het bestuur met betrekking tot de nakoming van deze verplichtingen moeten adviseren. Zo nodig moeten de commissarissen ingrijpen, bijvoorbeeld door een bestuurder te schorsen of zijn ontslag te bevorderen.
– Onvoldoende toezicht op bestuur i.v.m. misleidende jaarrekening
Uit de wet volgt dat wanneer door de openbaar gemaakte jaarrekening een misleidende voorstelling wordt gegeven van de toestand van de vennootschap, de commissarissen – naast de bestuurders – tegenover derden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, die zij hierdoor lijden. Slechts de commissaris die bewijst dat zulks niet aan een tekortkoming zijnerzijds in het toezicht is te wijten, is niet aansprakelijk.
– Lichtvaardige schorsing bestuurder
Een ander voorbeeld van aansprakelijkheid van commissarissen volgt uit de jurisprudentie. Tenzij bij de statuten anders is bepaald, is de Raad van Commissarissen bevoegd iedere bestuurder te allen tijde te schorsen. De Hoge Raad heeft evenwel geoordeeld dat een lichtvaardige schorsing van een bestuurder door de Raad van Commissarissen kan leiden tot een persoonlijke aansprakelijkheid van iedere commissaris op grond van onrechtmatige daad.
– Normen voor bestuurdersaansprakelijkheid gelden ook voor een commissaris die bestuurshandelingen verricht
Een commissaris kan gedurende een bepaalde periode of onder bepaalde omstandigheden “daden van bestuur” verrichten, als dit uit de statuten volgt of de algemene vergadering van aandeelhouders hiertoe een besluit neemt. Ook in situaties waarin een vennootschap een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders, wordt de vennootschap in beginsel vertegenwoordigd door commissarissen. De wet bepaalt dat een commissaris voor de door hem/haar verrichte daden van bestuur, als bestuurder wordt aangemerkt. Dit betekent dat alle bestuurshandelingen die een commissaris verricht, worden beoordeeld volgens de normen voor aansprakelijkheid die voor bestuurders gelden. Deze normen gaan verder dan de normen voor aansprakelijkheid van commissarissen.
Conclusie
Als commissaris dient u er te allen tijde voor te waken dat u persoonlijk aansprakelijk kunt worden gehouden voor uw handelingen of nalaten. In de eerste plaats dient u ervoor te zorgen dat u de aan u opgedragen taken (zoals toezicht op het bestuur) en bevoegdheden (zoals het schorsen van bestuurders) naar behoren uitvoert. Daarnaast dient u zich ervan bewust te zijn dat alle daden van bestuur die u verricht, volgens een verregaande maatstaf worden beoordeeld dan voor uw gebruikelijke taken en bevoegdheden geldt.