‘Bemiddelen mogelijk zonder vergunning’
Inleiding
Sinds 1 mei 2013 geldt in de gemeente Amsterdam een nieuwe verordening voor het aanbieden van woonruimte aan woningzoekenden: de Verordening op de Woning- en Kamerbemiddelingsbureaus 2013’. Daarmee is de uit 2006 stammende verordening komen te vervallen.
Sinds jaar en dag is deze verordening hét instrument voor de gemeente om toezicht te kunnen houden op woningbemiddelaars. Het doel van de regeling is om woningzoekenden en eigenaren te beschermen tegen bureaus die misbruik willen maken van schaarste op de woningmarkt. Een woning- en kamerbemiddelingsbureau is volgens de verordening een natuurlijk persoon die handelend onder eigen naam of handelsnaam, en zich soms bedienend van het predikaat ‘beheerder’, bemiddeling verleent bij het verkrijgen dan wel beschikbaar stellen van woonruimte. Met ‘bemiddeling’ wordt bedoeld: het tegen vergoeding bedrijfsmatig of bij wijze van beroep of gewoonte doen aanbieden van woonruimte van derden aan een woning- of kamerzoekende.
Vergunningplicht afgeschaft
Met de nieuwe verordening kiest de gemeente een gewijzigd stelsel ten opzichte van de verordening uit 2006. Om als woningbemiddelaar te mogen optreden is niet langer een vergunning nodig. In plaats daarvan kan iedereen optreden als woningbemiddelaar mits wordt voldaan aan een aantal in de verordening vastgelegde algemene regels. Samengevat betekent dit dat het woning- en kamerbemiddelingsbureau een deugdelijke administratie moet bijhouden. Die administratie moet onder andere gegevens bevatten over de bemiddelde woning- en kamerzoekende, de gegevens van de aangeboden woonruimte alsmede de schriftelijke toestemming van de juridisch eigenaar. De bemiddelaar moet zijn administratie vier keer per jaar aan de gemeente ter beschikking stellen. In de praktijk zal uit controles moeten blijken of bemiddelaars aan de regels voldoen.
Ook onderverhuur is een vorm van bemidddeling
Opvallend is dat volgens de toelichting op de verordening ook de huurder die een woning met toestemming van de juridisch eigenaar doorverhuurt, als bemiddelaar handelt. Daaruit leiden wij af dat ook een huurder-onderverhuurder aan de zojuist genoemde verplichtingen van de verordening zal moeten voldoen.
Niet voor makelaars en webbureaus
De verordening geldt niet voor NVM- of MVA-makelaars die in hun statuten of reglementen bepalingen van soortgelijke strekking hebben opgenomen. De verordening geldt ook niet voor zogenaamde webbureaus. Dat zijn woning- en kamerbemiddelingsbureaus die zich uitsluitend via een website bezighouden met het bij elkaar brengen van woningaanbieders en woning- of kamerzoekenden. De enige verplichting uit de verordening die webbureaus wel hebben, is om op hun websites melding te maken van de vestigingsgegevens van het woning- en kamerbemiddelingsbureau bij de aanbieding.