Per 1 november 2014 treedt er een wijziging van het Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking. Deze wijziging maakt het onder andere mogelijk om zonder omgevingsvergunning een aan- of uitbouw aan de achterkant van een bestaand gebouw te plaatsen.
Het vergunningvrij uitbreiden van een hoofdgebouw wordt van 2,5 naar 4 meter verruimd. Bovendien gaat vaker de korte procedure van acht weken in plaats van zes maanden gelden voor de omgevingsvergunning om af te mogen wijken van het bestemmingsplan. Ook komt er de mogelijkheid om, onder in het Bor nader omschreven specifieke voorwaarden, zonder vergunning een bijbehorend bouwwerk aan de achterkant van een gebouw te bouwen.
De wijziging is zowel van toepassing op woningen als bedrijfspanden. Nieuw is verder het zonder vergunning plaatsen van een mantelzorgwoning in de achtertuin. De behoefte aan mantelzorg moet wel zijn aangetoond met een verklaring van een arts of verpleegkundige. Daarnaast moet het mantelzorggebouw ondergeschikt blijven aan het hoofdgebouw.
Overige vergunningsvrije bouwactiviteiten waarvoor de verruiming zal gelden, zijn:
- dakraam plaatsen;
- kozijn plaatsen;
- antenne-installatie plaatsen;
- bouwwerk ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening;
- dakkapel plaatsen;
- bouwwerk ten behoeve van een agrarische bedrijfsvoering;
- busleiding.
Bovenstaande maatregelen zijn een voorloper van de nieuwe Omgevingswet, die 24 afzonderlijke wetten moet gaan vervangen, zoals de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Waterwet en de Monumentenwet 1988. De verwachting is dat de Omgevingswet pas in 2018 in werking treedt.
Ondanks de verruiming van de regels is het voor bouwers raadzaam om vooraf bij de gemeente of van een deskundige advies in te winnen over de vraag of het gewenste bouwwerk daadwerkelijk onder de nieuwe regels valt.