Met de aanpassing van de Wet Bibob per 1 juli 2013 is deze wet ook van toepassing geworden op vastgoedtransacties van de overheid. De wetgever heeft daarbij gekozen voor een ruim begrip. Het gaat bij vastgoedtransacties om een overeenkomst of een andere rechtshandeling van een overheidsinstantie met betrekking tot een onroerende zaak met als doel:
- Het verwerven of vervreemden van een recht op eigendom of het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht;
- Huur of verhuur;
- Het verlenen van een gebruiksrecht; of
- De deelname aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of die onroerende zaak huurt of verhuurt.
Met het oog op de kenbaarheid en op grond van artikel 5a van de Wet Bibob dient een overheidsinstantie van tevoren duidelijk te maken op welk soort vastgoedtransacties en in welke gevallen de Wet Bibob zal worden toegepast. Daartoe heeft het college van B&W van de gemeente Amsterdam op 2 februari 2016 de ‘Beleidslijn Gemeente Amsterdam voor vastgoedtransacties in het kader van de Wet Bibob’ vastgesteld.
Uit de Beleidslijn volgt dat de gemeente Amsterdam in vastgoedovereenkomsten standaard een integriteitsclausule opneemt waarin enerzijds wordt bepaald dat op grond van artikel 5a Wet Bibob advies kan worden gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob en anderzijds dat de overeenkomst kan worden beëindigd ingeval van gevaar op misbruik ervan zoals bedoeld in artikel 9, derde lid wet Bibob.
Overigens is gekozen voor een selectieve aanpak, zodat niet bij iedere vastgoedtransactie een Bibob-formulier dient te worden ingevuld en bescheiden dienen te worden overgelegd. Onderscheid wordt onder meer gemaakt naar: vastgoedtransacties die betrekking hebben op risicocategorieën en risicogebieden die gevoeliger worden geacht voor criminele invloeden en vastgoedtransacties die daarbuiten vallen, en vastgoedtransacties waarbij zich signalen van mogelijk (crimineel) misbruik voordoen en vastgoedtransacties waarbij dit niet het geval is.
Deze aanpak leidt er onder andere toe dat de uitgifte van grond in erfpacht (dan wel het vestigen van andere zakelijke rechten) alleen dan onderworpen wordt aan een Bibob-toets (invullen Bibob-formulier) indien sprake is van de volgende risico-categorieën en gebieden:
- afvalverwerkings- en verwerkingsbedrijven;
- autohandel- en sloopbedrijven;
- horeca-, escort-, prostitutiebedrijven en speelautomatenhallen (inclusief coffeeshops, hotels, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, massagesalons);
- religieuze instellingen;
- categorieën die een sterke relatie hebben met het bovenstaande;
- Postcodegebied 1012;
- De Heining.
Bij vastgoedtransacties van de gemeente die de huur of verhuur van onroerende zaken betreffen, waaronder ook indeplaatsstelling, gelden dezelfde risico-categorieën en-gebieden als hiervoor omschreven bij de uitgifte van erfpacht.
Daarentegen vindt bij vastgoedtransacties die de koop of verkoop van bestaande onroerende zaken (met uitzondering van woningen) betreffen, altijd een Bibob-toets (invullen Bibob-formulier) plaats. Hetzelfde geldt bij substantiële wijziging van de bestemming in de erfpachtakte (bij voorbeeld bij de omzetting van een kantoorpand naar studentenhuisvesting of een hotel).
In geval zich de situatie voordoet dat sprake is van een bepaalde vastgoedtransactie welke niet onder een van de categorieën als genoemd in de Beleidslijn valt, waarbij sprake is van signalen van mogelijk misbruik van de vastgoedtransactie, of de financierings- en bedrijfsstructuur onduidelijk blijven, kan de gemeente alsnog het Bibob-formulier uitreiken.
De hiervoor vermelde uitgangspunten worden ook gehanteerd in de gevallen dat reeds een vastgoedtransactie is afgesloten en de gemeente voor de vraag wordt gesteld of deze overeenkomst dient te worden ontbonden, opgeschort of beëindigd volgens de Wet Bibob.
In het kader van de beperking van de administratieve lasten geldt voor partijen die binnen een periode van 12 maanden meerdere vastgoedtransacties en/of meerdere vastgoedtransacties binnen eenzelfde project met de gemeente aangaan, dat zij bij ongewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere vastgoedtransactie kunnen volstaan met een verwijzing naar de reeds eerdere aangegane overeenkomst en het in dat kader ingevulde Bibob-formulier. Bij gewijzigde omstandigheden (bij voorbeeld in de bedrijfsstructuur, de financiering, de zakelijke partners) dienen slechts de gewijzigde omstandigheden te worden aangegeven.