Het jaar 2017 zit er bijna op, tijd om vooruit te kijken naar 2018. Wellicht een jaar waarin de Wet Werk en Zekerheid weer (deels) op de schop gaat onder Rutte III. Over de door het kabinet beoogde wijzigingen hebben wij u onlangs geïnformeerd. Los daarvan hebben we met ingang van 1 januari 2018 te maken met enkele wetswijzigingen. Twee daarvan licht ik hierbij nader toe.
Transitievergoeding
Ten eerste de transitievergoeding. De maximale hoogte van de transitievergoeding wordt ieder jaar geïndexeerd. Toen de transitievergoeding in 2015 werd ingevoerd bedroeg het maximum EUR 75.000,- bruto. Per 1 januari 2018 is dat EUR 79.000,- bruto.
Maar let op; indien het bruto jaarloon hoger is dan voornoemd bedrag, dan ligt het maximum op dat hogere bruto jaarloon.
Minimale beloning voor overwerk en vakantiegeld daarover
Ten tweede een wijziging in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Veel werknemers werken regelmatig over. Hoe en of werknemers daar ook voor gecompenseerd moeten worden, is op dit moment nog niet geregeld in de Wet, maar daar gaat op 1 januari 2018, voor werknemers met een lager inkomen, verandering in komen. Er wordt namelijk een nieuw artikel opgenomen in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag dat hier op ziet.
Vanaf 1 januari 2018 moeten de werknemers die overwerk verrichten en daardoor, gelet op de totale verdiensten, per gewerkt uur onder het minimumloon zouden komen, voor die overuren ook betaald worden. Bijvoorbeeld: een werknemer die 40 uur per week werkt, maar 5 uur extra werkt (overwerk), heeft in die week minimaal recht op het minimumloon voor 45 uur werken. Als het contract betaling voor overwerk uitsluit, kan de werknemer dus op grond van de wet betaling eisen. In dat geval is over dat loon natuurlijk ook vakantiebijslag verschuldigd.
Een bijzondere vorm van compensatie voor overwerk: “tijd voor tijd”, blijft mogelijk. Echter, voor werknemers met het minimumloon kan dat alleen nog maar als dat in een cao is vastgelegd. Om cao-partijen de gelegenheid te bieden hierop in te spelen, treedt deze regel pas op 1 januari 2019 in werking. Tot die tijd, en voor medewerkers die ruim meer dan het minimumloon verdienen, is schriftelijke overeenstemming tussen een werkgever en werknemer voldoende.
Deze nieuwe regels zullen in de praktijk natuurlijk alleen van belang zijn voor werknemers met een laag inkomen (minimumloon of iets meer) en/of veel overuren. In hogere inkomensgroepen zal het loon, ook inclusief de overuren, al gauw boven het minimumloon uitkomen. Het gaat dan ook echt om een minimum- voorziening: werkgevers en werknemers kunnen, al dan niet bij cao, altijd ook zelf een compensatie voor overwerk overeen komen.