Op 11 oktober 2017 publiceerden wij op onze website een nieuwsbericht over het zogeheten ‘voorbereidingsbesluit’ dat de gemeente Amsterdam heeft genomen met het doel om ‘toeristenwinkels’ zoveel mogelijk uit het stadshart te weren. Dit ‘voorbereidingsbesluit’ is op 6 oktober 2017 in werking getreden na publicatie in de Staatscourant op 5 oktober 2017. Wij schreven ook dat een voorbereidingsbesluit een instrument is uit de Wet ruimtelijke ordening dat, vooruitlopend op een regeling in een nieuw bestemmingsplan, terstond de situatie in het plangebied kan bevriezen.
Artikel 3 sub a van het voorbereidingsbesluit bepaalt dat het verboden is om het gebruik van gronden en/of bouwwerken die zijn gelegen binnen het gebied waar het voorbereidingsbesluit van toepassing is, te wijzigen naar vormen van detailhandel die zich blijkens hun reclame-uiting, presentatie, assortiment en/of bedrijfsvoering richten op dagjesmensen en/of toeristen.
De achterliggende gedachte hiervan is dat de gemeente haar bewoners wil beschermen tegen het groeiend massatoerisme door onder meer een halt toe te roepen aan de verschraling van het winkelaanbod en een afname van de leefbaarheid in het centrum. Om dit te kunnen bewerkstelligen werkt de gemeente aan het divers houden van het winkel- en voorzieningenaanbod.
De beperkingen die de gemeente Amsterdam op grond van haar beleid kan opleggen gelden voor het postcodegebied 1012 en circa 40 winkelstraten die aan dit gebied grenzen. De definitieve aanpassingen aan het bestemmingsplan worden in de loop van 2018 verwacht.
Op 23 januari 2018 is er een uitspraak verschenen waarin de rechtbank heeft bepaald dat de Gemeente Amsterdam een kaaswinkel in postcodegebied 1012 mocht dwingen de deuren van zijn zaak te sluiten. ‘Met deze uitspraak kan de gemeente de strijd voor een gevarieerd winkelaanbod in het centrum voortzetten,’ aldus de gemeente Amsterdam. Hoewel tegen deze uitspraak nog hoger beroep open staat, is de uitspraak op dit moment wel leidend voor de Amsterdamse praktijk.
Casus
Wat was er aan de hand? Een bestaande kaaswinkel met vier vestigingen in de binnenstad van Amsterdam heeft met ingang van 1 oktober 2017 een nieuw pand gehuurd om ook vanuit dit pand kaas te gaan verkopen. Kort daarna is door de gemeente geconstateerd dat het gebruik van de kaaswinkel in strijd was met de voorwaarden van het bovengenoemde ‘voorbereidingsbesluit’. Naar aanleiding daarvan heeft de gemeente Amsterdam besloten om handhavend op te treden. De gemeente was van mening dat de kaaswinkel was gericht op dagjesmensen en/of toeristen. De eigenaar van de kaaswinkel meende van niet.
De rechter was het met de gemeente Amsterdam eens en heeft het bezwaar van de eigenaar van de kaaswinkel verworpen. De eigenaar voerde vergeefs aan dat het huurcontract al voor 6 oktober 2017 was gesloten. Volgens de bestuursrechter is de winkel pas na die datum (6 oktober 2017) aangepast en gewijzigd.
In de uitspraak is de rechtbank van oordeel dat de kaaswinkel zich met reclamekreten als ‘Our cheeses are ready to fly’, forse prijzen en eenzijdige aanbod van kazen voornamelijk richt op toeristen. Schade hoeft de gemeente niet te vergoeden; volgens de rechter kan de eigenaar op die plek een winkel exploiteren die niet (enkel en alleen) afhankelijk is van toeristen.
Gevolgen voor u ?
Indien u een winkel heeft in het gebied waarvoor het voorbereidingsbesluit geldt, en op of na 6 oktober 2017 uw assortiment dusdanig heeft aangepast dat sprake is van verkoop voornamelijk aan toeristen, kan de gemeente Amsterdam handhavend optreden. Of een winkel zich specifiek of voornamelijk richt op toeristen en/of dagjesmensen kan per geval verschillen en wij toetsen dit graag voor u.