Ondernemings- en Insolventierecht

Nieuwe regelgeving franchising

“Ruzie met franchisenemers doorkruist verkoopplannen Hema” kopt Hp/De Tijd op 4 december afgelopen jaar. Ook andere media berichten over de strijd tussen de Hema en haar franchisenemers, die naar verluid gaat over verdeling van de inkomsten uit de Hema-webshop. Dit laat zien welke impact franchising kan hebben en welke risico’s eraan kleven. Franchising is tegenwoordig een veelgebruikte samenwerkingsvorm. Het aantal conflicten rondom franchising neemt echter ook toe.  Om deze samenwerkingsvorm meer handen en voeten te geven, wil de Nederlandse wetgever nieuwe regelgeving invoeren. In deze nieuwsbrief geven wij u een korte update over wat franchising eigenlijk is en de belangrijkste punten van de nieuwe regelgeving.

Franchising
Franchising is een hechte vorm van samenwerking tussen twee zelfstandige ondernemers. De ene ondernemer (“de franchisenemer”) maakt tegen betaling gebruik van de middelen die de andere ondernemer (“de franchisegever”) hem ter beschikking stelt. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een merk, software of een zakelijke concept (“de franchiseformule”). Deze samenwerkingsvorm kan worden vastgelegd in een franchiseovereenkomst. De franchiseovereenkomst hoeft niet op schrift te worden gesteld en kan dus ook mondeling worden overeengekomen. Dat komt echter vrijwel nooit voor.

De franchiseovereenkomst
In een franchiseovereenkomst leggen de franchisenemer en franchisegever de voorwaarden vast waartegen de franchisenemer gebruik mag maken van de franchiseformule die de franchisegever heeft ontwikkeld. De contractspartijen zijn in vergaande mate vrij in het bepalen van de inhoud van de franchiseovereenkomst. Hierin kunnen onder meer de volgende onderwerpen worden geregeld:

  • De licentie voor het gebruiksrecht;
  • Op welke wijze de franchisenemer de huisstijl en uitstraling van de franchiseformule moet gebruiken;
  • Binnen welk (geografisch) gebied de franchisenemer (exclusief) gebruik mag maken van de licentie;
  • Op welke wijze de franchisegever de franchisenemer zal ondersteunen;
  • De omvang van de vergoeding (“franchise fee”) die de franchisenemer aan de franchisegever moet betalen;
  • De minimale hoeveelheid die de franchisenemer moet afnemen van de franchisegever;
  • Een non-concurrentiebeding op grond waarvan de franchisenemer gedurende de looptijd van de franchiseovereenkomst en voor een bepaalde periode na afloop van de franchiseovereenkomst geen activiteiten mag verrichten die concurrerend zijn met de franchiseformule van de franchisegever; en
  • In welke situaties en op welke manier de overeenkomst en de samenwerking kan worden beëindigd.

De Nederlandse Franchise Code
Voorafgaand aan de samenwerking en het tot stand komen van een franchiseovereenkomst zullen de franchisenemer en franchisegever zich een beter beeld willen vormen over de samenwerking. Vaak heeft de franchisegever meer kennis en ervaring dan de franchisenemer, omdat de franchisegever al vaker met dit bijltje heeft gehakt. De franchisenemer kan hierdoor het gevoel hebben dat hij niet op gelijke voet staat met de franchisegever. Om aan deze ongelijkheid tussen de franchisenemer en franchisegever iets te doen is de Nederlandse Franchise Code (hierna: “NFC”) opgesteld. Het uitgangspunt van de NFC is dat de contractspartijen rekening houden met elkaars gerechtvaardigde belangen en zich redelijk en billijk ten opzichte van elkaar gedragen. 

De NFC geeft gedragsregels voor zowel de franchisegever als de franchisenemer bij het sluiten, het uitvoeren en het ontbinden van de franchiseovereenkomst. Uit de NFC vloeien onder andere de volgende verplichtingen voort:

  • De franchisegever moet voor het aangaan van de overeenkomst aan de franchisenemer voldoende informatie verstrekken over haar organisatie, zoals gegevens van eerdere franchisenemers binnen de betreffende regio;
  • De franchisegever moet duidelijk maken waar de franchisevergoedingen aan worden besteed;
  • De franchisegever mag alleen een franchisenemer contracteren als na redelijk onderzoek blijkt dat de franchisenemer over voldoende capaciteiten beschikt om de onderneming “op een gezonde en verantwoorde manier” te exploiteren;
  • De franchisegever moet zich maximaal inspannen om de franchiseformule en de voordelen daarvan uit te bouwen, te ontwikkelen en te verbeteren; en
  • Een non-concurrentiebeding mag niet langer dan 1 jaar duren na beëindiging van de franchiseovereenkomst.

De NFC is geen wet, maar een vorm van zelfregulering. De NFC hoeft niet van toepassing te zijn op de franchiseovereenkomst. Dit is een van de redenen waarom de NFC nauwelijks werd toegepast in de praktijk. Om dit te veranderen wil de overheid een wettelijke regeling opstellen.

De nieuwe regelgeving
Op dit moment is de overheid bezig met een ontwerp voor nieuwe franchiseregels. In de nieuw in te voeren regelgeving wordt duidelijk gerefereerd aan de NFC. De gedragsnormen die voortvloeien uit de NFC zullen naar alle waarschijnlijkheid direct van toepassing zijn op franchiseovereenkomsten en dus ook op de verhoudingen tussen de franchisegever en de franchisenemer.

De regelgeving staat echter nog in de steigers. Het is nog de vraag hoe de regelgeving eruit komt te zien. Het eerdere initiatief dat in een wettelijke verankering had moeten voorzien is door veel partijen die in hun dagelijkse praktijk te maken hebben met franchising, zoals franchisegevers (of de belangenorganisaties daarvan), niet met open armen ontvangen. Zij hebben zich kritisch uitgelaten over de voorgenomen wijzigingen. Dit omdat de NFC tot wet zou worden ‘verheven’ en franchisegevers en franchisenemers verplicht zouden zijn zich aan deze regels te houden. Dit zou tot gevolg hebben dat de franchisegevers zich geconfronteerd zouden zien met vele verplichtingen waar zij zich aan moeten houden. Wellicht nog belangrijker is dat de wettelijke regeling, de contractsvrijheid van de partijen zou beperken. De code legt namelijk verplichtingen op aan beide partijen en leidt tot ‘standaardovereenkomsten’. Dit laatste is onwenselijk, omdat de kracht van franchising namelijk zit in de unieke franchiseformule en dat die terugkomt in een op maat gesneden overeenkomst.  

Het is nog onduidelijk wanneer in de Nederlandse wetgeving nieuwe franchiseregels worden geïntroduceerd en op welke wijze. Tot die tijd blijft alles bij het oude, maar zult u er rekening mee moeten houden dat er franchiseregelgeving aan komt.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Sjef Bartels, mr. Carry Dullaart, mr. Jordi de Pijper, mr. Jelmer Feenstra, mr. Jaap van der Steenhoven, mr. Laura Pordon, mr. Elze Bosma of mr. Emiel Brusse van de sectie Ondernemingsrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: