Op 1 mei 2021 is de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten in werking getreden. Deze wet bevat 3 belangrijke wijzigingen die voor de komende 3 jaar gelden. Hieronder zetten wij deze wijzigingen voor u op een rijtje.
- De jaarlijkse toegestane huurprijsverhoging in de vrije sector (geliberaliseerde woonruimte) is gemaximeerd tot de inflatie + 1%. Dit geldt ook voor bestaande huurovereenkomsten. Als de huurovereenkomst voor een vrije sector woning een huurverhogingsbeding bevat met een hoger percentage, is dat beding ongeldig (nietig) voor zover het tot een hoger percentage leidt dan de inflatie + 1%. De huurprijs geldt dan als verhoogd met het maximale toegestane huurverhogingspercentage. Verder kan nu ook de huurder van een vrije sector woning naar de huurcommissie stappen bij een geschil over een huurverhoging. Dat was voorheen alleen mogelijk voor huurders in de sociale sector.
- Voorheen konden alleen huurders van woningen in de sociale sector naar de huurcommissie stappen bij een geschil over een huurprijsverhoging na renovatie van de woning. Huurders van vrije sector woningen moesten daarvoor naar de rechtbank. Met de invoering van bovengenoemde wet is dat veranderd: ook huurders van vrije sector woningen kunnen nu naar de huurcommissie stappen bij een geschil over een huurprijsverhoging na renovatie van de woning. Dit betekent dat het voor huurders in de vrije sector eenvoudiger en goedkoper is geworden om een huurprijsverhoging na renovatie te laten toetsen.
- Voorheen kon een verhuurder van een vrije sector woning de huurovereenkomst opzeggen wanneer de huurder weigerde om in te stemmen met een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst, ook als dat aanbod alleen zag op een wijziging van de huurprijs in het geval dat de huurprijs niet meer aansloot bij de markthuur. Voor sociale huur gold dat een dergelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst niet slechts een wijziging van de huurprijs mocht inhouden. Sinds de invoering van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten geldt nu ook voor vrije sector huur dat een aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst niet meer alleen een wijziging van de huurprijs in mag houden. Concreet: verhuurders van vrije sector woningen kunnen de huurovereenkomst nu niet meer opzeggen als de huurder weigert om in te stemmen met een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst en dat aanbod alleen ziet op een wijziging van de huurprijs. Daarbij is niet relevant wat de hoogte is van de voorgestelde huurverhoging: inflatie plus 1 procentpunt, of hoger. Slecht nieuws dus voor verhuurders die vrije sector woningen verhuren tegen huurprijzen die niet (meer) marktconform zijn. Voor hen is het moelijker, zo niet onmogelijk, geworden om de huurprijs te verhogen naar een marktconforme huurprijs.