Heeft u een rekening naar een klant gestuurd en wordt deze niet op tijd betaald? Dan zult u kosten moeten maken om de klant te dwingen tot betaling. De kosten die voorafgaand aan de gerechtelijke procedure worden gemaakt, heten “buitengerechtelijke kosten”. De rechter kan bepalen dat de partij die in het ongelijk wordt gesteld, de buitengerechtelijke kosten van de andere partij moet vergoeden.
Door de verschillende regelingen over buitengerechtelijke kosten, is een ingewikkeld web van regels ontstaan. Een werkgroep van de rechterlijke macht heeft getracht hier duidelijkheid in te scheppen. Het onderzoek van deze groep heeft geleid tot een nieuw rapport over buitengerechtelijke kosten: het Rapport BGK-Integraal 2013.
Op 1 november 2013 is dit rapport ingevoerd. Hierin wordt een overzicht gegeven van alle regelgeving op het gebied van buitengerechtelijke kosten. Voor elke situatie is een duidelijke uitleg opgenomen. Ook worden in het rapport aanbevelingen gedaan die kunnen dienen als houvast voor de rechter bij het beoordelen van een vordering, wanneer de wet onvoldoende duidelijk is.
De belangrijkste aanbeveling in het rapport is dat de schuldeiser die een vordering heeft op een schuldenaar die consument is, na de verplichte wettelijke aanmaning nog eenmaal de schuldenaar moet aanmanen, voordat de rechter de buitengerechtelijke incassokosten kan toewijzen. Deze tweede aanmaning mag ook bestaan uit een duidelijke mededeling die aan de schuldenaar tijdens een overleg wordt gedaan, maar ons advies is om dit altijd schriftelijk vast te leggen, zodat de aanmaning ook bewijsbaar is.
Het rapport is geen wetgeving en ook niet bindend voor rechters, maar de bedoeling is wel dat het uniform door rechters zal worden toegepast, zodat meer rechtszekerheid voor partijen ontstaat. De praktijk zal het uitwijzen!