Sinds 10 januari 2015 is er een vereenvoudiging gekomen in het Europees procesrecht voor de landen die zijn aangesloten bij de EEX-Verordening.
De EEX-Verordening regelt de internationale bevoegdheid van rechters en de erkenning en tenuitvoerlegging in burgerlijke en handelszaken van (o.a.) vonnissen.
Voor rechtsvorderingen die zijn ingesteld op of na 10 januari 2015 is de gewijzigde EEX-Verordening van toepassing. Dit geldt voor notariële akten, vonnissen en beschikkingen van de rechterlijke instanties en schikkingen die zijn getroffen ten overstaan van de rechter.
Op grond van de eerdere regelgeving (die voorlopig dus nog lang zal doorwerken i.v.m. alle oude rechtszaken e.d.) moet voor het merendeel van de zaken bij tenuitvoerlegging van een Nederlands vonnis in het buitenland, eerst nog een rechterlijk verlof tot tenuitvoerlegging worden verkregen (een “exequatur”). Onder de gewijzigde EEX-Verordening is het voeren van een dergelijke exequaturprocedure niet meer nodig. Voortaan geeft de Nederlandse rechtbank die het vonnis wijst (op verzoek) een certificaat af waaruit uitvoerbaarheid volgt. Hiermee kan het vonnis zonder verdere vereisten in het buitenland worden tenuitvoergelegd.
Volgens de oude regeling kon de (rechts)persoon tegen wie het vonnis zich richtte een rechtsmiddel (beroep of verzet) instellen tegen het exequatur in het land van tenuitvoerlegging. Deze mogelijkheid bestaat dus niet meer in de nieuwe regeling, omdat geen exequatur meer nodig is. Als de in Nederland veroordeelde (rechts)persoon tegen de executie in het buitenland wil opkomen, zal een zogenaamd executiegeschil (op initiatief van de veroordeelde) moeten worden gevoerd. Van belang daarbij is dat in een executiegeschil in principe geen verweren kunnen worden gevoerd die eigenlijk thuishoren in de hoofdprocedure.
Via het Warwick Legal Network (38 kantoren in 27 landen; samen goed voor meer dan 500 advocaten) kunnen wij u bijstaan in grensoverschrijdende juridische kwesties.