De gemeente Amsterdam heeft aangekondigd strenger op te gaan treden tegen illegale hotels door middel van de volgende sancties:
- de bestuurlijke boete bij eerste constatering wordt verhoogd van € 13.500,- naar € 20.500,-;
- bij een last onder dwangsom kan bij de eerst volgende constatering bovendien een dwangsom van € 50.000,- worden geïncasseerd;
- per direct kan worden overgegaan tot sluiting van het pand – en niet meer zoals voorheen alleen bij een brandonveilige situatie. Ook kan een eventuele vergunning worden ingetrokken;
- voornoemde sancties kunnen ook worden gecombineerd.
Eigenaren van vastgoed doen er daarom verstandig aan hier nog eens extra alert op te zijn. Vooral ook omdat zij met deze sancties kunnen worden geconfronteerd, ook als zij niets met het illegale hotel van doen hebben. Het komt namelijk vaak voor dat, naast de huurder die het illegale hotel exploiteert, ook de (hoofd)verhuurder/eigenaar van de verhuurde woning sancties opgelegd krijgt. Dat huurder het illegale hotel zonder toestemming van hoofdverhuurder exploiteert, is daarbij voor de gemeente in eerste instantie niet relevant.
Wees er daarom als verhuurder extra alert op dat de verhuurde woning daadwerkelijk en alleen door huurder wordt gebruikt: ga eens langs om polshoogte te nemen of vraag een beheerder dat te doen; controleer of de woning op Airbnb of soortgelijke websites is vermeld; betaalt huurder wel zelf de huur?; wie is er op het adres ingeschreven?; ga bij klachten van omwonenden op onderzoek uit. Treed tijdig op tegen huurders die, tegen de afspraken in, een illegaal hotel exploiteren om voornoemde sancties te voorkomen. Het ligt daarbij voor de hand om op een ontbinding van de huurovereenkomst aan te sturen (zie hierna).
Zijn er al sancties opgelegd, dan is het als verhuurder/eigenaar zaak om hiertegen op te komen, bijvoorbeeld om de boetes en/of dwangsommen van tafel te krijgen en sluiting van de woning te voorkomen, of deze sluiting op te heffen. Daarbij is het van belang dat tevens direct adequaat wordt opgetreden tegen de huurder.
Een huurovereenkomst biedt doorgaans voldoende handvatten hiervoor, zoals een verbod op onderverhuur zonder toestemming van (hoofd)verhuurder en een gebruiksverplichting van de huurder. Het exploiteren van een illegaal hotel zonder toestemming geeft dan ook voldoende grond voor ontbinding van een huurovereenkomst via de rechter (als huurder niet vrijwillig instemt met beëindiging). Bij een gang naar de rechter kunnen dan eveneens de eventueel aan de eigenaar/verhuurder opgelegde boetes worden gevorderd van de huurder en wellicht ook een afdracht van de door huurder genoten winst.
Het is onze ervaring dat een woning, na sluiting hiervan, pas voortijdig weer wordt vrijgegeven na een verkregen vonnis waarbij de ontbinding van de huurovereenkomst, of – in kort geding – een ontruiming van het gehuurde vooruitlopend hierop, is uitgesproken. Bij een sluiting van de woning is het ook daarom dus zaak om spoedig actie te ondernemen als verhuurder/eigenaar, ook als de wanpresterende huurder al is ‘gevlogen’.