Op 26 oktober 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een opvallende uitspraak gedaan in een zaak waarin door de gemeente Amsterdam aan een man een bestuurlijke boete van €36.000,- was opgelegd. Klik hier voor de uitspraak.
De man is eigenaar van drie woningen op de Prins Hendrikkade. Hij had de woningen verhuurd aan een vrouw, die deze op haar beurt zonder vergunning als hotel onderverhuurde aan toeristen. De eigenaar wist daar niets van. Toch kreeg de man van de gemeente een boete van € 36.000 (€ 12.000,- per woning). De man is daar nu met succes tegen opgekomen.
De man voerde bij de Afdeling aan dat hij niets van de overtreding afwist en dus ook geen boete had mogen krijgen. De man had het huurcontract met de vrouw beëindigd en had zelf nooit financieel voordeel genoten uit de onderhuur. De Afdeling gaf de man gelijk.
Daarbij woog voor de Afdeling het zwaarst dat de gemeente zich niet had gehouden aan zijn eigen vaste gedragslijn, die inhield dat aan de eigenaar slechts een bestuurlijke boete voor woningonttrekking werd opgelegd als de eigenaar van de overtreding afwist. De Afdeling oordeelde dat de gemeente niet aannemelijk had gemaakt dat de man van de overtreding afwist.