Bestuursrecht

Raad van State matigt opnieuw boete wegens overtreding Huisvestingswet

In eerdere nieuwsberichten schreven wij dat het lonend kan zijn om de (hoge) boetes van de gemeente Amsterdam voor overtreding van de Huisvestingswet aan te vechten. Daarbij verdient het aanbeveling om in ieder geval aan te voeren dat de boete te hoog is en gematigd moet worden, zo blijkt ook weer uit een recente uitspraak van 7 april jl. van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Wat was er aan de hand?
Appellanten zijn samen eigenaar van een woning in Amsterdam. Dit adres bestond uit een samenvoeging van twee adressen. De woning bestond uit drie woonlagen, gelegen op de tweede, derde en vierde verdieping van het pand. Naar aanleiding van meldingen over woonfraude, waarbij werd vermeld dat in de woning niet zou worden voldaan aan de voorwaarden die gelden voor bed & breakfast, is het gebruik van de woning door toezichthouders onderzocht. Deze toezichthouders stelden vast dat de tweede verdieping van de woning als bed & breakfast werd gebruikt en dat daar op dat moment vier toeristen verbleven. Dit gebruik was volgens de gemeente in strijd met de voorwaarde dat een zelfstandige woning niet in zijn geheel mag worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast. De gemeente legde daarom een boete op van € 20.500, het maximale boetebedrag.

Uitspraak Afdeling
De Afdeling zag evenwel aanleiding om de boete te matigen, omdat de gemeente niet had onderkend dat de overtreding geen blijvend negatief effect had op het behoud van de woonruimtevoorraad en de doorstroming op de woningmarkt had veroorzaakt. De Afdeling overwoog hiertoe dat appellanten na het verwijderen van de kookplaat, de woonruimte wel mochten gebruiken voor het exploiteren van de bed & breakfast. Dit werd bevestigd door het feit dat appellanten inmiddels over de vereiste vergunning beschikten voor het exploiteren van de bed & breakfast. De Afdeling is daarom van oordeel dat sprake is van een mindere ernst van de overtreding.

De uitspraak is het zoveelste voorbeeld waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State er aan te pas moet komen om een door de gemeente (Amsterdam) opgelegde boete voor overtreding van de Huisvestingswet te matigen. Dat de Afdeling met enige regelmaat overgaat tot matiging van zulke boetes wekt op zich geen verbazing. De gemeente legt vrijwel altijd de hoogst mogelijke boete op en houdt daarbij niet altijd voldoende rekening met feiten en omstandigheden die aanleiding zouden moet geven om een lagere boete op te leggen. Dit laat de gemeente vaak aan de rechter over.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Ramon Riddermr. Douwe op de Hoek of mr. Stephanie Beaufort van de sectie Bestuursrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: