Handhavende gemeenten gaan regelmatig de fout in bij het toepassen van (zeer) spoedeisende bestuursdwang ter opheffing van een geconstateerde overtreding. Dit blijkt maar weer eens uit een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 september jl. (ECLI:NL:RVS:2021:2030).
Wat speelde er?
Appellant is eigenaar van een pand in de gemeente Langedijk waarin hij onder meer sport- en recreatievoorzieningen exploiteert. Op 4 december 2018 werd bij een controle in het pand door een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat de vereiste brandmeld- en ontruimingsinstallatie niet in werking was. Uit herhaalde controles door de toezichthouder op 5 en 6 december2018 bleek dat de installatie nog steeds niet werkte. In de middag van 7 december 2018 heeft de gemeente aan appellant zeer spoedeisende bestuursdwang aangezegd en per die datum Rijksgediplomeerde brandwachten ingehuurd ter vervanging van de brand- en ontruimingsinstallatie. Dit besluit is in de avond van 7 december 2018 opschrift gesteld.
Wat is (zeer) spoedeisende bestuursdwang?
Bestuursdwang is een handhavingsinstrument dat door de overheid, zoals gemeenten, kan worden ingezet om publiekrechtelijke overtredingen te beëindigen. Bij bestuursdwang zorgt het betrokken bestuursorgaan er zelf voor dat de overtreding wordt beëindigd. Dit is anders dan bij het opleggen van een last onder dwangsom, in welk geval de overtreder wordt verplicht om de geconstateerde overtreding zelf binnen een bepaalde termijn te beëindigen. Doet de overtreder dat niet, dan moet hij de opgelegde dwangsom aan het bestuursorgaan betalen.
Bij zowel het toepassen van bestuursdwang als het opleggen van een last onder dwangsom is de wettelijke hoofdregel dat de overtreder eerst een termijn moet krijgen om de overtreding te beëindigen. Dit wordt een begunstigingstermijn genoemd. De duur van deze termijn is afhankelijk van de tijd die het normaliter kost om de overtreding te beëindigen.
Als een overtreding een spoedeisende situatie oplevert, kan tot bestuursdwang worden overgegaan zonder dat de overtreder eerst een begunstigingstermijn hoeft te worden gegund. Wel moet het bestuursorgaan zo’n besluit op schrift stellen en voorafgaand aan de bestuursdwang aan de overtreder bekend maken. Dit wordt ook wel spoedeisende bestuursdwang genoemd.
In heel acute gevallen staat het middel ‘zeer spoedeisende bestuursdwang’ aan de overheid ter beschikking. De overheid kan dan spoedeisende bestuursdwang toepassen zonder zelfs eerst het bestuursdwangbesluit aan de overtreder bekend te maken. Die bekendmaking dient dan (zo snel mogelijk) na het toepassen van de bestuursdwang alsnog plaats te vinden.
Het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak
Helaas voor de gemeente Langedijk kwam de Afdeling tot het oordeel dat ten onrechte was overgegaan tot het toepassen van zeer spoedeisende bestuursdwang. Er bleek namelijk dat de gemeente vanaf het moment waarop de overtreding voor het eerst werd geconstateerd, aan appellant eerst nog een aantal dagen had gegund om ervoor te zorgen dat de veiligheid in het pand gewaarborgd zou zijn. De gemeente had niet aannemelijk gemaakt dat, ondanks dat het een aantal dagen had laten verstrijken, de situatie op 7 december 2018 niet meer toeliet dat appellant een korte begunstigingstermijn zou worden gegund om de veiligheid in het pand te waarborgen. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat de gemeente de gemeente daarom de kosten voor het inhuren van de brandwachten niet op de appellant kon verhalen. Verder moest de gemeente proceskosten aan de appellant vergoeden.
Uit de uitspraak blijkt maar weer eens dat (zeer) spoedeisende bestuursdwang in de praktijk een lastig toe te passen instrument is. Een ander recent voorbeeld betreft de uitspraak van de Afdeling van 11 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2350) in welke zaak de appellant werd bijgestaan door Labré advocaten.
Duidelijk is dat als bestuursorganen een (zeer) spoedeisende situatie constateren, zij niet te lang moet wachten met het toepassen van (zeer) spoedeisende bestuursdwang. Door niet snel genoeg te handelen erkent het bestuursorgaan immers impliciet dat de situatie in kennelijk niet (zeer) spoedeisend is. Wat ‘snel genoeg’ inhoudt, kan echter van geval tot geval verschillen. Bestuursorganen doen er goed aan om zich in voorkomende gevallen te baseren op de rechtspraak van de Afdeling over dit onderwerp. Duidelijk is verder dat bij zeer spoedeisende bestuursdwang sneller handhavend optreden is vereist dan bij spoedeisende bestuursdwang.
Wat had de gemeente wel kunnen doen?
Interessant is dat de Afdeling aangeeft wat de gemeente wel had kunnen doen. De gemeente had op 7 december 2018 een ‘gewone’ last onder bestuursdwang op kunnen leggen met een korte begunstigingstermijn om aan de last te voldoen. In dit geval was een korte begunstigingstermijn van een beperkt aantal uur volgens de Afdeling bestuursrechtspraak voldoende geweest om maatregelen te treffen. Bovendien waren dan de verschillende maatregelen die appellante kon treffen om aan haar zorgplicht te voldoen, op schrift gesteld, zodat daarover geen onduidelijkheid kon bestaan, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.
Meer info?
Labré advocaten is gespecialiseerd in bestuurlijke handhavingskwesties. Heeft u een handhavingsprobleem met de overheid? In dat geval kunt u vrijblijvend contact opnemen met onze sectie bestuursrecht.