Bestuursrecht

Amsterdamse Leegstandsverordening aangescherpt per 1 december 2022

Volgens de Atlas voor gemeenten 2022 zou er een landelijk tekort zijn van 390.000 woningen. Tegelijkertijd zouden er volgens de Landelijke Monitor Leegstand begin 2022 circa 180.000 woningen leegstaan. Om leegstand te voorkomen heeft de wetgever de Leegstandswet ingevoerd. Onder de werking van de Leegstandswet kunnen leegstaande woningen die bestemd zijn voor sloop, renovatie of verkoop tijdelijk (met een vergunning) worden verhuurd, zonder dat de huurder huurbescherming geniet. Verder biedt de Leegstandswet gemeenten de mogelijkheid om een leegstandsverordening vast te stellen waarin zij een leegstandsmelding, leegstandsoverleg en een leegstandsbeschikking kunnen vastleggen.   

Tot en met 30 november 2022 gold in Amsterdam de Leegstandsverordening Amsterdam 2016. Wanneer woningleegstand naar aanleiding van een leegstandsoverleg niet door de eigenaar van de woning werd opgelost, kon het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (hierna: B&W) een gebruiker voordragen voor de leegstaande woonruimte. Uit de praktijk zou echter zijn gebleken dat deze verplichtende voordracht onvoldoende soelaas zou bieden om langdurige leegstand tegen te gaan.

De gemeente Amsterdam wil woningleegstand daarom strenger aanpakken. Om die reden heeft de gemeenteraad van Amsterdam de regels van de leegstandsverordening met ingang van 1 december 2022 aangescherpt. In dit nieuwsbericht zetten wij de belangrijkste wijzigingen voor u uiteen.

Leegstandsverordening Amsterdam 2022
Op grond van de Leegstandsverordening Amsterdam 2022 wordt een woonruimte als leegstaand aangemerkt als niemand daar zijn woonadres heeft zoals bedoeld in de Wet basisregistratie personen. Als een woning langer dan zes maanden leegstaat, moet de eigenaar van de woonruimte hiervan melding maken bij B&W. Deze meldplicht gold ook al onder de Leegstandsverordening Amsterdam 2016.

Binnen twee maanden na ontvangst van de leegstandsmelding zullen B&W met de eigenaar van de woonruimte een leegstandsoverleg hebben. Naar aanleiding van dit overleg kunnen B&W een leegstandsbeschikking nemen. Ook wanneer de eigenaar van de woonruimte niet meewerkt aan het leegstandsoverleg, kunnen B&W een leegstandsbeschikking vaststellen.

In de leegstandsbeschikking kunnen B&W onder meer bepalen dat een woning die geschikt is voor bewoning binnen twee maanden in gebruik moet worden genomen als woonruimte. Als de woning niet (meer) geschikt is om te bewonen en de woonruimte niet bestemd is voor sloop of vernieuwbouw, kunnen B&W in de leegstandsbeschikking bepalen binnen welke termijn de eigenaar voorzieningen moet treffen om de woonruimte geschikt te maken voor bewoning. Is de woonruimte bestemd voor verhuur, dan kunnen B&W in de leegstandsbeschikking ook de maximale marktconforme huurprijs bepalen waartegen de woonruimte te huur moet worden aangeboden.

Wanneer de leegstaande woning bestemd is voor verkoop, kan de eigenaar met de leegstandsbeschikking worden verplicht om de woonruimte tijdelijk met een vergunning op grond van de Leegstandswet te verhuren. Ook de eigenaar van een woning die op de lijst staat voor sloop dan wel vernieuwbouw, kan door B&W worden verplicht om de leegstaande woning tijdelijk met een Leegstandswetvergunning te verhuren.  

Bestuurlijke boete bij niet melden leegstand
De eigenaar van een woning die langer dan zes maanden leegstaat, moet hier dus (nog steeds) melding van maken bij B&W. Staat de woning korter dan zes maanden leeg, dan hoeft hiervoor geen melding te worden gemaakt. Ook geldt er geen meldplicht voor een leegstaande woning die gebruikt wordt als tweede woning.

Bij overtreding van de meldplicht kunnen B&W een bestuurlijke boete aan de overtreder opleggen. De bestuurlijke boete voor het niet melden van leegstand door een professional (twee of meer woonruimten in bezit die bestemd zijn voor bedrijfsmatige activiteiten) is in de Leegstandsverordening vastgesteld op

€ 9.000. Voor particulieren is de bestuurlijke boete voor het niet melden van leegstand vastgesteld op € 4.500,-.

Vraagt u zichzelf af of u een handhavingsrisico loopt? Of bent u het wellicht niet eens met de leegstandsbeschikking dan wel de oplegging van een bestuurlijke boete? Schroom dan niet om contact op te nemen met de bestuursrechtspecialisten van Labré advocaten.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Ramon Riddermr. Douwe op de Hoek of mr. Stephanie Beaufort van de sectie Bestuursrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: