Arbeidsrecht

Leaseauto innemen bij ziekte, de baas betaalt, maar hoeveel?

Gedurende ziekte heeft een werknemer recht op doorbetaling van het loon. Aangezien een door de werkgever aan de werknemer ter beschikking gestelde lease- of bedrijfsautoauto, die ook privé wordt gebruikt, wordt geschaard onder “loon in natura” en het privé gebruik ervan (dus) wordt aangemerkt als een (secundaire) arbeidsvoorwaarde, geldt als hoofdregel dat bij ziekte de werknemer recht heeft op voortzetting van het privé gebruik van de leaseauto. De werkgever kan de leaseauto aldus niet zomaar terugvorderen. Een leaseauto waarin niet privé mag worden gereden, wordt niet gezien als een vorm van loon, waardoor deze bij ziekte op verzoek van de werkgever in beginsel wel moet worden ingeleverd.

In veel gevallen is contractueel vastgelegd dat in het geval van ziekte langer dan een bepaalde periode (bijvoorbeeld 3 maanden) de werkgever de privé gebruikte leaseauto toch kan invorderen. Ook indien een dergelijke contractuele afspraak niet is gemaakt, bestaat deze mogelijkheid in het geval dat het behoud van de leaseauto tot een onbillijke situatie voor de werkgever zou leiden. Aldus wordt de zieke werknemer alsnog het voordeel ontnomen van het privé gebruik van de leaseauto.

Om dit nadeel te compenseren, zou de werknemer onder omstandigheden aansprak kunnen maken op recht op compensatie. Een vaste regel voor het berekenen van deze compensatie bestaat niet. Voorheen werd deze vaak berekend op basis van de fiscale bijtelling voor het privé gebruik van de leaseauto. De kantonrechter te Breda besloot onlangs echter in plaats hiervan gebruik te maken van het rekenprogramma voor autokosten dat op de ANWB website is te vinden. De zieke werknemer in kwestie had dit gevorderd aangezien zijn werkgever hem ter compensatie voor het innemen van de leaseauto een naar zijn mening te lage compensatie had geboden.

De kantonrechter was met de werknemer van oordeel dat het ANWB rekenprogramma, die in dit geval tot een hogere compensatie leidde, een nauwkeurigere berekening van de werkelijke autokosten gaf dan op de berekening van de fiscale bijtelling. Deze uitspraak toont aan dat de rechterlijke macht openstaat voor nieuwe zienswijzen met betrekking tot het vaststellen van compensatie in dergelijke gevallen. Op voorhand valt moeilijk te voorspellen welke wijze van berekening nu leidend zal zijn. Dat draagt natuurlijk niet bij aan de rechtszekerheid, maar biedt wel ruimte om per geval te beoordelen welke methode het beste bij je situatie past.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Ron Andriessenmr. Francis ten Broeke of mr. Liza Krijgsheld van de sectie Arbeidsrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: