Van de verschillende typen woningen nemen de woonboten/woonarken/drijvende woningen een bijzondere plaats in. Er is veel discussie geweest in de literatuur en de jurisprudentie over de vraag of een woonboot moet worden gezien als een onroerende zaak of dat een woonark een roerende zaak is. In het eerste geval zou de eigenaar van de grond waarop de woonark drijft, ook eigenaar worden van de woonark door zogenaamde “natrekking”. Ook zou bij verkoop overdrachtsbelasting zijn verschuldigd.
De Hoge Raad heeft in een aantal arresten bepaald dat een woonark geen onroerende zaak is. Dat een woonark wellicht niet eenvoudig kan worden verplaatst, verbonden is met de grond middels palen of een loopbrug, aangesloten is op nutsvoorzieningen en riolering maakt dit niet anders, aldus de Hoge Raad.
De Raad van State heeft echter zeer recent – in april 2014 – geoordeeld dat een woonboot moet worden beschouwd als een bouwwerk. Dat de woonboot nog kon worden verplaatst en zelfstandig kon drijven maakte dit niet anders. Dit betekent dat woonboten zullen moeten voldoen aan de eisen van het bouwbesluit en voor het (ver)bouwen van een woonboot een omgevingsvergunning vereist is. Deze uitspraak van de Raad van State heeft dus grote gevolgen voor vele woonbootbezitters, aangezien veel woonboten niet aan het bouwbesluit zullen voldoen en daarmee illegaal zullen zijn.
Wanneer de uitspraken van de Hoge Raad en de Raad van State naast elkaar worden gelegd, blijkt dus dat voor het hebben en houden van een roerende zaak een omgevingsvergunning vereist kan zijn. In reactie op deze uitspraak heeft minister Blok aangegeven dat dit een onwenselijke uitkomst is en dat hij zo snel mogelijk met wetgeving wil komen die woonboten expliciet uitsluit van het wettelijk begrip bouwwerk, zodat voor de (ver)bouw van woonboten geen omgevingsvergunning meer vereist is.