Arbeidsrecht

Oproepcontracten en de WWZ

Door wisselende berichtgeving in de media wordt vaak gedacht dat het na de inwerkingtreding van Wet Werk en Zekerheid (“WWZ”) in het geheel niet meer mogelijk is om oproepcontracten (nulurencontracten of min-maxcontracten) te gebruiken. Dat is niet waar. Het sluiten van oproepcontracten, waaronder de nulurencontracten, blijft gewoon mogelijk, maar de mogelijkheid om de daaraan verbonden risico’s uit te sluiten wordt in bepaalde gevallen beperkt.

De huidige situatie
Op dit moment is het in alle sectoren en branches zonder meer mogelijk om oproepcontracten te sluiten. Echter, wanneer zo’n oproepkracht gedurende langere tijd een min of meer vast aantal uren werkt kan hij zich beroepen op het wettelijke rechtsvermoeden van de arbeidsomvang. Dit houdt in dat wanneer een arbeidsovereenkomst ten minste drie maanden heeft geduurd, de overeengekomen arbeid wordt vermoed een omvang te hebben die gelijk is aan de gemiddelde omvang van de arbeid in de drie voorafgaande maanden.

Bijvoorbeeld: een werknemer heeft gedurende maart, april en mei gemiddeld 30 uren per week gewerkt. In juni is het plotseling niet meer zo druk en de werknemer wordt niet meer opgeroepen. Deze werknemer kan zich op het wettelijke rechtsvermoeden beroepen en stellen dat hij een arbeidsovereenkomst heeft voor 30 uren per week. Voor deze uren kan de werknemer dan ook aanspraak maken op salaris. Het rechtsvermoeden kan door de werkgever slechts in enkele gevallen worden weerlegd, bijvoorbeeld als er tijdens de aangehaalde referteperiode sprake was van een incidentele piek in het werkaanbod of vaste seizoensinvloeden.

Dit risico dat kleeft aan het gebruik van oproepcontracten bestaat dus ook al onder de huidige wetgeving. Werkgevers kunnen dit risico beperken. De wet bepaalt namelijk dat met een werknemer afgesproken mag worden dat hij, gedurende de eerste zes maanden van het dienstverband, geen loon ontvangt als hij niet werkt. Dit wordt ook wel het ‘loonuitsluitingsbeding’ genoemd. Op basis van de huidige wet mag deze periode van zes maanden bij CAO onbeperkt worden verlengd.

Situatie vanaf 1 januari 2015
Vanaf 1 januari 2015 is het als gezegd nog steeds mogelijk om oproepcontracten te gebruiken. Ook kan nog steeds gedurende de eerste zes maanden van een arbeidsovereenkomst gebruik worden gemaakt van het loonuitsluitingsbeding. De mogelijkheid tot verlenging van die periode in een CAO wordt echter aan banden gelegd. Dit is straks alleen nog mogelijk voor specifiek in die CAO genoemde functies, mits “de aan die functies verbonden werkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben.” Op dit punt wordt de wet dus strenger.

Daarnaast kan de Minister op verzoek van sociale partners bedrijfstakken of –onderdelen aanwijzen waar het gebruik van het loonuitsluitingsbeding in individuele contracten of CAO’s wordt verboden. Als voorbeeld is de zorg genoemd. Zodra hierover meer bekend wordt, zullen we u op de hoogte stellen.

Kortom: oproepcontracten gebruiken blijft ook onder de WWZ gewoon mogelijk, enkel de mogelijkheid om de daaraan verbonden risico’s uit te sluiten wordt beperkt. Enerzijds door de afwijkingsmogelijkheden bij CAO aan banden te leggen en anderzijds door het gebruik van loonuitsluitingsbedingen in bepaalde bedrijfstakken helemaal te verbieden.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Ron Andriessenmr. Francis ten Broeke of mr. Liza Krijgsheld van de sectie Arbeidsrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: