Bestuursrecht

De geheimhoudingsplicht van de Wet Bibob is geen dode letter

Op 22 oktober 2020 heeft de rechtbank Overijssel een uitspraak gedaan waarin het, voor zover bekend, voor het eerst tot een veroordeling is gekomen wegens het (opzettelijk) schenden van de geheimhoudingsplicht van artikel 28 Wet Bibob.

Geheimhoudingsplicht Wet Bibob
De geheimhoudingsplicht van de Wet Bibob strekt tot bescherming tegen privacy-inbreuken. Volgens artikel 28 Wet Bibob is een ieder die Bibob-informatie verkrijgt over een derde (zoals het advies van het Landelijk Bureau Bibob) verplicht dat geheim te houden, tenzij de wet verstrekking toestaat. Instanties en/of personen die een wettelijk recht hebben om kennis te nemen van Bibob-informatie zijn onder andere: het RIEC, de bezwaarschriftencommissie, de rechter, de driehoek en de Bibob-betrokkene zelf.  

Wat was er aan de hand?
In de kwestie bij de rechtbank Overijssel wilden een vader en een zoon het handelen van de gemeente Zwolle aan de kaak stellen. Zij deden dat door de inhoud van een Bibob-advies te delen met een journalist. Hoewel het de vader was die de conclusie van dat geheime rapport met een journalist deelde, zijn beide mannen door de rechtbank veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur wegens het schenden van de geheimhoudingsplicht van artikel 28 Wet Bibob. Vader en zoon hadden bijvoorbeeld afgesproken wie naar de journalist zou gaan, wat de journalist te zien zou krijgen en waar de afspraak zou zijn. De rechtbank neemt het de mannen kwalijk dat zij niet integer hebben gehandeld door opzettelijk de wettelijke geheimhoudingsplicht te schenden. Zij hadden immers de keuze om hun mening over het handelen van de gemeente op een andere manier te uiten dan door het delen van het Bibob-advies.

Lessen voor de praktijk
Uit deze uitspraak volgt dat de geheimhoudingsplicht van artikel 28 Wet Bibob een ruim bereik kent. Zie in dat kader ook deze Bibob-zaak waarin de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de geheimhoudingsplicht van artikel 28 Wet Bibob zich niet beperkt tot alleen het Bibob advies.

‘r.o. 2.6.1.: (…) Blijkens de tekst van die bepaling wordt in algemene zin gesproken over “gegevens met betrekking tot een derde” en niet over het advies van het Bureau bibob of over daarin opgenomen gegevens met betrekking tot een derde. Gegevens met betrekking tot een derde kunnen daarom ook gegevens aangeleverd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die voorwerp is van een onderzoek krachtens de Wet bibob betreffen. (…)’

Kortom, elke openbaarmaking van Bibob-informatie is verboden, zodat een ieder erop kan vertrouwen dat zijn gegevens niet verder worden verspreid.  Pas dus op met het delen van Bibob-informatie. De geheimhoudingsplicht van de Wet Bibob is geen dode letter!

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Ramon Riddermr. Douwe op de Hoek of mr. Stephanie Beaufort van de sectie Bestuursrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: