Wederom heeft bouwend Nederland een tegenvaller te verwerken gekregen. In haar (uitvoerige) tussenuitspraak van 2 november jl. over het inpassingsplan “Porthos transport en opslag van CO2” heeft de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State geoordeeld dat de bouwvrijstelling zoals die is opgenomen in de Wet natuurbescherming in strijd is met de Europese Habitatrichtlijn. Dit betekent dat de bouwvrijstelling bij besluitvorming over bouwprojecten niet meer langer kan worden toegepast. Klik hier voor de link naar de uitspraak.
Wat hield de bouwvrijstelling in?
De bedoeling van de bouwvrijstelling was dat bij de vergunningverlening voor een project geen rekening hoefde te worden gehouden met de stikstofuitstoot tijdens de bouwfase. Het werd hierdoor eenvoudiger om vergunningen te verlenen voor bouw- en infrastructurele projecten. Volgens de wetgever zouden de stikstofgevolgen van activiteiten tijdens de bouwfase op landelijke schaal wegvallen tegen een pakket aan maatregelen voor verbetering van de natuur.
Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak volgt uit de Europese Habitatrichtlijn en uit de rechtspraak daarover van het Europese Hof van Justitie echter, dat alleen toestemming voor een project mag worden gegeven als uit onderzoek blijkt dat zeker is dat individuele beschermde natuurgebieden daardoor geen schade oplopen. Dat is volgens de Afdeling bestuursrechtspraak wat anders dan de algemene beoordeling op een hoger schaalniveau waarvan de wetgever uitgaat. Verder volgt volgens de Afdeling bestuursrechtspraak uit de rechtspraak van het Europese Hof dat een maatregelenpakket zoals de wetgever voorstelt alleen als onderbouwing gebruikt mag worden als die maatregelen ook echt zijn uitgevoerd en de verwachte voordelen daarvan vaststaan. Het pakket van maatregelen dat de wetgever heeft gebruikt als onderbouwing om de bouwvrijstelling in de Wet natuurbescherming op te nemen, voldoet daar volgens de Afdeling bestuursrechtspraak niet aan. Het overgrote deel van de maatregelen is namelijk nog niet uitgevoerd.
Gevolgen van de uitspraak voor de bouwpraktijk
Zoals gezegd mag de bouwvrijstelling niet meer worden gebruikt en moeten de eventuele gevolgen van activiteiten tijdens de bouwfase voor Natura-2000 gebieden per concreet bouwproject worden onderzocht. Wij sluiten overigens niet uit dat dit in de toekomst anders zou kunnen worden, mits het door de wetgever samengestelde pakket van maatregelen ter onderbouwing van zo’n vrijstelling aan de daaraan in de rechtspraak gestelde eisen zou voldoen. Voorlopig is dat echter niet het geval.
De Afdeling bestuursrechtspraak benadrukt wel dat de streep door de bouwvrijstelling niet betekent dat er een algehele bouwstop geldt. Net als in de situatie van vóór de bouwvrijstelling, blijft het volgens de Afdeling mogelijk om voor een plan of project een zogenoemde voortoets uit te voeren en, zo nodig, een passende beoordeling te maken. Daarnaast kan voor projecten van groot openbaar belang toestemming worden gegeven als daarvoor geen alternatieven zijn en de natuurschade gecompenseerd wordt.