In de vorige aflevering van dit feuilleton heeft de advocaat van de uitbaters van Hotel Boutique de rechtbank verzocht om aanhouding van het faillissementsverzoek. Dit in de hoop dat spoedig een beroep op TOA-krediet kan worden gedaan en zo de benodigde liquide middelen kunnen worden verkregen voor een WHOA-akkoord.
Omdat het nog maar de vraag is of het TOA-krediet er op tijd is om een faillissement van Liefhebber B.V. af te kunnen wenden, denkt het echtpaar Liefhebber alvast na over een alternatieve oplossing. Bij een faillissement zullen zij immers naar alle waarschijnlijkheid met lege handen achterblijven, terwijl de voorheen zo goed renderende Liefhebber B.V. hun pensioenvoorziening was. Hoewel zij hun onderneming het liefst zelf zouden voortzetten, zou een verkoop daarvan hen tenminste nog iets van een vergoeding op kunnen leveren.
Een verkoop van een op faillissement afstevenende onderneming klinkt misschien vreemd, maar bedacht moet worden dat een huurcontract voor een schitterende locatie als de Leliegracht veel waarde kan hebben. Zoals in een eerdere aflevering van dit feuilleton al aangehaald, is er ook nu nog veel vraag naar hotelvastgoed door investeerders die al kijken naar de periode ná corona, als de toeristen weer terugkeren. Waar het dus voor verhuurder Hotel Real Estate B.V. interessant kan zijn om het vastgoed zonder huurcontract aan zo’n investeerder te verkopen, kan het voor het echtpaar Liefhebber juist interessant zijn om de huurrechten te verkopen. Gelet op de geldende huurbescherming in Nederland, kan zo’n huurrecht aan de koper de zekerheid verschaffen dat nog jarenlang op die mooie locatie een hotel kan worden uitgebaat.
Zo’n verkoop van de onderneming kan op twee manieren plaatsvinden. De eerste is de reguliere aandelentransactie, waarbij het echtpaar Liefhebber zijn aandelen in Liefhebber B.V. overdraagt aan de investeerder, waarna die investeerder onder de vlag van Liefhebber B.V. de onderneming voort kan zetten, hopend op betere tijden. Dat betekent dan echter ook dat die investeerder aansprakelijk wordt voor alle schulden van Liefhebber B.V. – waar die wellicht geen trek in heeft.
Mocht die investeerder liever de historie van Liefhebber B.V. buiten de deur willen houden, is een indeplaatsstelling een optie. Op grond van dwingende wetgeving heeft een huurder van een horeca-bedrijfsruimte namelijk het wettelijk recht om zijn huurrechten aan een andere partij over te dragen, waarna die andere partij vervolgens in eigen naam en voor eigen rekening ter plaatse de onderneming voort kan zetten.
Daaraan zijn dan echter wel een aantal voorwaarden verbonden. De belangrijkste is dat sprake moet zijn van een overdracht van de in het gehuurde uitgeoefende onderneming: het is dus de bedoeling dat de opvolgend huurder in het gehuurde dezelfde onderneming voortzet. Het echtpaar Liefhebber kan dus niet het huurcontract overdragen aan een partij die van het hotel een winkel wil maken.
Daarnaast zal Liefhebber B.V., als vertrekkend huurder, een zwaarwichtig belang moeten hebben bij de overdracht van haar positie als huurder, maar dat belang mag ook een zuiver financieel belang zijn, lees: de overnamesom.
Tot slot zal de opvolgend huurder voldoende waarborgen moeten bieden richting Hotel Real Estate B.V. als verhuurder dat sprake zal zijn van een adequate bedrijfsvoering en dat de huurovereenkomst netjes zal worden nagekomen – en de huur dus op tijd zal worden betaald.
Op die laatste voorwaarde liep het voor het echtpaar Liefhebber weer stuk – het zit ze ook niet mee. De partij die het echtpaar gevonden had om hun positie aan de Leliegracht over te nemen, bleek uiteindelijk niet in staat aan te tonen dat zij, naast de te betalen overnamesom, de financiële middelen had om het huurcontract volledig en tijdig na te komen. Bij die stand van zaken had het geen zin om een rechter te verzoeken goedkeuring te verlenen voor een indeplaatsstelling – dat verzoek was gedoemd te mislukken. De laatste hoop van het echtpaar Liefhebber richtte zich daarmee, opnieuw, op het TOA-krediet.
Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met Sjef Bartels, Carry Dullaart en Jelmer Feenstra van de sectie Ondernemingsrecht of met Tim Boer, Stephan Kloosterman, Stefan Pentinga of Tim Sanders van de sectie Vastgoed.