Ondernemings- en Insolventierecht

Gevolgen van de Wet Vifo voor de M&A-praktijk

Op 1 juni 2023 is de Wet Veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (“Wet Vifo”) in werking getreden. De Wet Vifo werkt terug tot 9 september 2020. Het doel van de Wet Vifo is om de Nederlandse nationale veiligheid te beschermen tegen acquisities van Nederlandse ondernemingen door buitenlandse partijen. Het gaat om acquisities van vitale bedrijven, ondernemingen die actief zijn op het gebied van (hoog) sensitieve technologie en beheerders van bedrijfscampussen. Het onderstaande artikel schets een achtergrond van de Wet Vifo en bespreekt een paar mogelijke gevolgen voor de M&A-praktijk.  

Achtergrond
De Wet Vifo vloeit voort uit de Europese verordening tot vaststelling van een kader voor screening van buitenlandse investeringen in de Europese Unie (“Screeningsverordening”). De Screeningsverordening bevat (procedurele) regels voor screening van directe investeringen uit niet-Europese landen in de Europese Unie. De Screeningsverordening dateert van 2020. Aan de deze verordening is uitvoering gegeven door een uitvoeringswet. De Wet Vifo gaat echter een stap verder dan de Screeningsverordening, en roept nieuwe verplichtingen in het leven.  

Reikwijdte
De Wet Vifo ziet – kort gezegd – op acquisitie van ondernemingen die kwalificeren als vitale aanbieder(s), ondernemingen die actief zijn op het gebied van sensitieve technologie (waarbij sommige technologieën worden omschreven als ‘hoog sensitief’) en beheerder(s) van een bedrijfscampus.

Wat betreft sectoren waarin vitale aanbieders zich bevinden die onder de Wet Vifo vallen, kunt u denken aan:

  • warmtetransport;
  • kernenergie;
  • luchtvervoer;
  • havengebied;
  • infrastructuur voor de financiële markt;
  • winbare energie;
  • gasopslag; en
  • andere categorieën vitale aanbieders aangewezen bij AMvB.

Onder sensitieve technologieën worden verstaan:

  • militaire goederen; en
  • producten die voor tweeërlei gebruik zijn (dual use), dit wil zeggen: producten die gekwalificeerd zijn als bruikbaar voor zowel burgerlijke als militaire doeleinden.

Het meldingsproces
Vanaf 9 september 2020 tot en met 31 mei 2023 geldt dat een verwerver, in de zin van de Wet Vifo, alsnog kan worden geconfronteerd met een passieve meldplicht. De minister kan besluiten alsnog een onderzoek in te stellen over gedane verwervingsactiviteiten (zoals gedefinieerd in de Wet Vifo).

Vanaf 1 juni 2023 geldt een actieve meldplicht voor de verwerver én de doelonderneming. Verwervingsactiviteiten die onder de Wet Vifo vallen, dienen vanaf die datum gemeld te worden bij het Bureau Toetsing Investeringen (“BTI”). Alvorens de activiteiten doorgang mogen vinden, dient het BTI goedkeuring te geven aan de verwervingsactiviteit. Totdat deze goedkeuring is verstrekt, geldt een zogenoemde stand still periode. Dit houdt in dat de verwervingsactiviteit niet mag worden afgerond totdat de goedkeuring is verleend.

De goedkeuring kan worden gegeven onder voorwaarden waarin eisen worden gesteld aan de verwervingsactiviteit of nadere voorschriften worden gegeven. Een andere uitkomst is dat het BTI de verwervingsactiviteit niet goedkeurt. Het gevolg is dat deze juridisch gezien niet kan plaatsvinden.

Het meldingsproces bestaat uit twee fasen:

  • Fase 1: Binnen acht weken volgt een beslissing vanuit het BTI over de noodzaak van een diepgaand onderzoek. Deze termijn kan met maximaal zes weken worden verlengd.  
  • Fase 2: Deze fase vangt aan indien een diepgaand onderzoek is vereist. Dit onderzoek kan tot zes maanden duren, maar een eerdere verlening wordt op deze termijn in mindering gebracht. Als de verwerver buiten de EU zetelt en onder de Screeningsverordening valt, kan nogmaals een verlenging van drie maanden plaatsvinden.  

Sancties

Indien de Wet Vifo niet wordt nageleefd kunnen sancties worden opgelegd. Onder niet naleving vallen bijvoorbeeld het niet melden van een meldingsplichtige verwervingsactiviteit. Ook het aanleveren van onvoldoende of onjuiste informatie kwalificeert als een overtreding van de Wet Vifo. De minister is bevoegd bestuurlijke boetes op te leggen van de zesde categorie (EUR 900.000) of – indien dit meer is – een boete die tien procent van de jaarlijkse omzet behelst van de onderneming die de overtreding begaat. Ook kan niet naleving onder omstandigheden leiden tot (persoonlijke) aansprakelijkheid van bestuurders en bestaat de mogelijkheid tot het opschorten van bepaalde verkregen (zeggenschaps)rechten.

Gevolgen M&A-praktijk
Zolang een transactie, fusie, investering of splitsing niet onder de Wet Vifo valt is er weinig aan de hand. Op het moment dat de Wet Vifo wél van toepassing is, kan dit gevolgen hebben voor de acquisitie. Ten eerste dient melding te worden gemaakt van de verwervingsactiviteit. Vervolgens moet het besluit van het BTI worden afgewacht. Zolang het besluit niet is genomen mag de verwervingsactiviteit niet worden geëffectueerd. Om de doorlooptijd te bespoedigen is het in belang van de (beoogd) koper, verkoper en de doelonderneming om tijdig de juiste en volledige informatie aan te leveren. In het slechtste geval kan de verwervingsactiviteit worden verboden. Het is aan te raden op voorhand rekening te houden met de (mogelijke) gevolgen van de Wet Vifo. De gevolgen kunnen echter worden ondervangen door daarover afspraken te maken (tijdspad en/of voorwaarden).

Conclusie
Indien uw verwervingsactiviteit onder de reikwijdte van de Wet Vifo valt, houd dan rekening met de verplichtingen op grond van deze wet. Het niet naleven deze verplichtingen kunnen grote gevolgen hebben. Die gevolgen kunnen echter worden ondervangen.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Sjef Bartels, mr. Carry Dullaart, mr. Jordi de Pijper, mr. Jelmer Feenstra, mr. Jaap van der Steenhoven, mr. Laura Pordon, mr. Elze Bosma of mr. Emiel Brusse van de sectie Ondernemingsrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: