Ondernemings- en Insolventierecht

De Wet Vifo in de praktijk – Rechtbank fluit de Minister voorlopig terug

Op grond van de Wet Veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (“Wet Vifo”) moeten ondernemingen sommige investeringen, fusies en overnames bij de minister van Economische Zaken en Klimaat (“Minister”) melden. Dat kan ook met terugwerkende kracht en kan de Minister de onderneming gelasten de overname te melden. Recent heeft de Rechtbank Rotterdam een vonnis gewezen, waar ook in het FD aandacht aan is besteed, waarbij de Minister voorlopig is teruggefloten. In dit artikel wordt die uitspraak besproken.

Opfrisser
De Wet Vifo heeft als doel Nederlandse vitale bedrijven en ondernemingen met (hoog) sensitieve technologieën te beschermen tegen overnames door buitenlandse partijen. Indien een overname onder de Wet Vifo valt – indien de overname een risico is voor de nationale veiligheid en aanverwante belangen – moet de overname worden gemeld en moet goedkeuring van het Bureau Toetsing Investeringen (“BTI”) worden afgewacht. Zolang het BTI geen goedkeuring heeft gegeven, mag de overname niet doorgaan. De overname kan zelfs in een uiterste geval worden verboden. Partijen (koper, verkoper en de onderneming) dienen rekening te houden met deze wet en kunnen de gevolgen beperken door preventieve afspraken.

Voor meer informatie over de Wet Vifo verwijzen wij naar dit artikel.

Samenvatting van het vonnis van de Rechtbank Rotterdam
Op 25 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan. De situatie is (kort gezegd) als volgt. Anteryon (de onderneming) is gespecialiseerd in (micro‑)optische producten. De onderneming is in 2019 door een Chinese partij overgenomen. Twee jaar later kreeg de nieuwe eigenaar een nieuwe meerderheidsaandeelhouder. Via openbare bronnen is de Minister bekend geworden met deze overname. Volgens de Minister zijn er indicaties dat deze overname mogelijk een risico voor de nationale veiligheid kan opleveren.  

De Minister vond dus dat de overname binnen het bereik van de Wet Vifo viel, onder andere omdat de onderneming over de meest recente overname onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft, en heeft de onderneming gelast (alsnog) een melding te doen. Anteryon was het daar niet mee eens. De onderneming heeft zich vervolgens tot de Rechtbank Rotterdam gewend en een voorlopige voorziening gevorderd.

De Rechtbank is het niet eens met de Minister. Volgens de Rechtbank wijst de onderneming er terecht op dat het redelijke vermoeden als bedoeld in de Wet Vifo geen betrekking heeft op de vraag of de overname onder de reikwijdte van de Wet Vifo valt. Die vraag moet beantwoord worden voordat het doen van een melding gelast wordt en kan dus niet worden ‘doorgeschoven’ naar de fase nadat de melding is gedaan. De Minister moet de reeds verrichte overname die hij onderzoekt, daarom voordat hij een melding gelast zo volledig mogelijk in beeld brengen en op basis daarvan beslissen of die onder de reikwijdte van de Wet Vifo valt. Als er nog onduidelijkheden zijn moet de Minister doorvragen en informatie opvragen. Dat heeft de Minister in dit geval niet gedaan. In de procedure heeft de onderneming toegelicht en aanvullende informatie verstrekt op basis waarvan de Rechtbank opmaakt dat de (recente) overname niet onder de Wet Vifo valt (de zeggenschap is kennelijk bij de eerdere overname al overgegaan). De Minister was daarmee niet bevoegd om de melding te gelasten.

Omdat het een voorlopige voorzieningsprocedure betrof schorst de Rechtbank Rotterdam als voorlopige voorziening het besluit van de Minister. Voorlopig wordt de Minister dus teruggefloten. In de hoofdzaak zal dan een definitief oordeel moeten worden geveld.

De volledige uitspraak is hier te vinden.

Conclusie
Uit de casus blijkt dat de Minister scherp toeziet op overnames en de Wet Vifo toepast. Of dat in alle gevallen terecht is – zoals niet het geval lijkt te zijn in deze kwestie – is de vraag. Hoewel de uitspraak een voorlopig karakter heeft, blijkt daaruit dat de rechter moet toetsen of een overname valt onder de Wet Vifo. Zo niet, bestaat überhaupt geen meldplicht.

Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met mr. Sjef Bartels, mr. Carry Dullaart, mr. Jordi de Pijper, mr. Jelmer Feenstra, mr. Jaap van der Steenhoven, mr. Laura Pordon, mr. Elze Bosma of mr. Emiel Brusse van de sectie Ondernemingsrecht.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: