Ondernemings- en InsolventierechtVastgoed / Huurrecht

Hotel Boutique – de verhuurder komt in actie

In de vorige aflevering van dit feuilleton hebben we gezien dat Hotel Boutique inmiddels in serieuze financiële problemen verkeert, ondanks de door haar aangevraagde steunmaatregelen en ondanks de coulance van de verhuurder. Het geduld van de verhuurder raakt dan ook op. Ook hij moet aan verplichtingen blijven voldoen. De verhuurder heeft het gevoel dat hij genoeg heeft gedaan. Hij vermoedt dat het hotelbedrijf niet langer levensvatbaar is en er geld in een bodemloze put wordt gegooid. De verhuurder is dan ook niet langer bereid om nog concessies te doen.

Hij instrueert zijn advocaat om Liefhebber B.V. een sommatiebrief te sturen met daarbij een concept-dagvaarding waarin ontruiming wordt gevorderd vanwege de huurachterstand. Naar aanleiding van deze brief heeft er nog overleg plaatsgevonden tussen partijen, maar dat heeft tot niets geleid.

De verhuurder kiest ervoor een ontruimingskortgeding te starten, waarin hij ontruiming vordert op grond van de huurachterstand. Feitelijk is er namelijk sprake van een huurachterstand van in totaal 4,5 maand en de stelregel is normaal gesproken dat bij een huurachterstand van 3 maanden de ontruiming in kort geding wordt uitgesproken.

Het is bepaald niet gezegd dat verhuurder dit kortgeding zal gaan winnen. In diverse kortgedingen hebben kortgedingrechters al geoordeeld dat huurders hun huur kunnen opschorten. Zo hoeft het W-hotel in Amsterdam slechts een deel van de verschuldigde huur te voldoen en D-Reizen tot het einde van 2020 slechts 50% van de verschuldigde huur. In beide gevallen was daarvoor de enkele, maar grote omzetterugval van de betrokken huurders wegens de coronacrisis voldoende. Ook in de eerste bodemzaak – uitspraak van de rechtbank Den Haag – komen dezelfde overwegingen terug en werd besloten dat de gevolgen van de coronacrisis over partijen verdeeld moeten worden.

Kortom, het is zeker geen gewonnen zaak voor de verhuurder. Een huurder dient wel volledige openheid van zaken te geven over zijn financiële situatie. Ook is er kans dat indien de betalingsachterstand al eerder was ontstaan dan de corona-uitbraak, de ontruiming toch wordt toegewezen.

Terug naar Hotel Boutique aan de Leliegracht. De zaak wordt voorgelegd aan de kortgedingrechter die vervolgens oordeelt dat de coronacrisis kwalificeert als onvoorziene omstandigheid, dat huurder met recht een beroep heeft gedaan op opschorting en er aldus geen sprake is van een huurachterstand die in de gegeven omstandigheid tot ontruiming in kortgeding zou moeten leiden. Ontruiming is daarmee ternauwernood voorkomen.

Opgelucht dat dit goed afgelopen is, gaat het echtpaar Liefhebber met hernieuwde energie aan de slag met hun onderneming. Zij besluiten om de fitnessapparaten uit de sportschool te verhuren aan particulieren en afhaal van driegangenmenu’s uit het restaurant mogelijk te maken. Het lukt hen op deze manier een nieuwe, doch beperkte bron van inkomsten te genereren.

In de volgende aflevering zullen we zien of Hotel Boutique ongeschonden door de coronacrisis zal komen.


Voor meer informatie of vragen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met Sjef BartelsCarry Dullaart en Jelmer Feenstra van de sectie Ondernemingsrecht of met Tim BoerStephan KloostermanStefan Pentinga of  Tim Sanders van de sectie Vastgoed.

Labré advocaten stelt haar nieuwsberichten zorgvuldig samen op basis van de op dat moment geldende regelgeving. Onze nieuwsberichten kunnen door de actualiteit worden achterhaald en hebben een algemeen karakter waardoor zij niet als juridisch advies kunnen worden beschouwd.

Dit artikel delen: